AEG L7WB86GW handleiding

Pagina: 1

USER MANUAL NL Gebruiksaanwijzing Was-droogcombinatie L7WB86GW

Pagina: 2

INHOUDSOPGAVE 1. VEILIGHEIDSINFORMATIE. …………………………………………………………………….. 3 2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN. …………………………………………………………….. 6 3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT. ……………………………………………………… 8 4. TECHNISCHE GEGEVENS. ……………………………………………………………………… 9 5. ACCESSOIRES. ……………………………………………………………………………………… 9 6. MONTAGE …………………………………………………………………………………………….. 9 7. BEDIENINGSPANEEL. …………………………………………………………………………… 14 8. DRAAIKNOP EN KNOPPEN. ………………………………………………………………….. 16 9. PROGRAMMA’S ……………………………………………………………………………………. 19 10. INSTELLINGEN. ………………………………………………………………………………….. 26 11. VOOR HET EERSTE GEBRUIK. ……………………………………………………………. 27 12. DAGELIJKS GEBRUIK – ALLEEN WASSEN. …………………………………………… 27 13. DAGELIJKS GEBRUIK – WASSEN và DROGEN. ……………………………………… 32 14. DAGELIJKS GEBRUIK – ALLEEN DROGEN. ………………………………………….. 34 15. PLUIS IN DE STOFFEN. ………………………………………………………………………. 35 16. AANWIJZINGEN EN TIPS. ……………………………………………………………………. 36 17. ONDERHOUD EN REINIGING. ……………………………………………………………… 38 18. PROBLEEMOPLOSSING. …………………………………………………………………….. 44 19. VERBRUIKSWAARDEN. ………………………………………………………………………. 48 VOOR PERFECTE RESULTATEN Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren. Ga naar onze website voor : Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhouds – en reparatie-informatie : www.aeg.com/support Registreer uw product voor een betere service : www.registeraeg.com Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat : www.aeg.com/shop KLANTENSERVICE Gebruik altijd originele onderdelen. Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij de hand hebt : Model, productnummer, serienummer. De informatie staat op het typeplaatje. Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie Algemene informatie en tips Milieu ‑ informatie www.aeg.com 2

Pagina: 3

Wijzigingen voorbehouden. 1. VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige, toegankelijke plek voor toekomstig gebruik. 1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen WAARSCHUWING ! Gevaar voor verstikking, letsel of permanente invaliditeit. • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. • Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt van het apparaat te worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder toezicht staan. • Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij voortdurend onder toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te worden gehouden. • Laat kinderen niet met het apparaat spelen. • Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en verwijder ze op gepaste wijze. • Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen. • Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als de deur open is. • Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient dit te worden geactiveerd. NEDERLANDS 3

Pagina: 4

• Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat
uitvoeren.
1.2 Algemene veiligheid
• De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
• Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke
en soortgelijke toepassingen, zoals:
– Keukenruimten van personeel in winkels, kantoren
en andere werkruimten;
– door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts- en
andere woonomgevingen;
– ruimtes voor gemeenschappelijk gebruik in
gebouwen of flats of in wasserettes.
• Het apparaat dient geïnstalleerd te worden als een
vrijstaand product of onder het aanrecht als daar
genoeg ruimte voor is.
• Installeer het apparaat niet achter een vergrendelbare
deur, een schuifdeur of een deur met een scharnier
aan de tegenovergestelde zijde, waardoor de deur
van het apparaat niet volledig geopend kan worden.
• Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat de hoofdstekker
na installatie toegankelijk is.
• De ventilatie-openingen in de onderkant mogen niet
worden afgedekt door tapijt, een mat of andere
soorten vloerbedekking.
• LET OP: Het apparaat mag niet van stroom worden
voorzien door een extern schakelapparaat, zoals een
tijdklok, of aangesloten worden op een circuit dat door
het elektriciteitsbedrijf regelmatig aan en uit wordt
geschakeld.
• Zorg voor een goede luchtventilatie in de ruimte waar
het apparaat geïnstalleerd is, om het terugstromen
van ongewenste gassen van apparaten in de ruimte
die op gas of andere brandstoffen werken, zoals open
haarden, te voorkomen.
www.aeg.com
4

Bạn đang đọc: AEG L7WB86GW handleiding

Pagina: 5

• De lucht mag niet worden afgevoerd via een kanaal dat wordt gebruikt voor uitlaatgassen van apparaten die gas of andere brandstoffen verbranden. • De waterdruk bij het watertoevoerpunt van de aansluiting moet liggen tussen 0,5 bar ( 0,05 MPa ) en 8 bar ( 0,8 MPa ). • Overschrijd het maximale laadvermogen van 8 kg niet ( raadpleeg hoofdstuk ” Programmaschema ” ). • Het apparaat moet op de waterleiding worden aangesloten met de nieuwe meegeleverde slangsets, of andere nieuwe slangsets geleverd door het geautoriseerd servicecentrum. • Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt. • Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen. • Veeg eventuele pluisjes of verpakkingsafval die zich rondom het apparaat hebben opgehoopt, weg. • Artikelen die zijn bevuild met stoffen als plantaardige of minerale olie, aceton, alcohol, benzine, kerosine, vlekkenverwijderaars, terpentine, boenwas en boenwasverwijderaars dienen alvorens in de was / droogcombinatie te worden gedroogd, afzonderlijk te worden gewassen met een extra hoeveelheid wasmiddel. • Het apparaat mag niet worden gebruikt als de items vervuild zijn met industriële chemische reinigingsmiddelen. • Droog geen ongewassen artikelen in de wasdroger. • Artikelen van schuimrubber ( latexschuim ), douchemutsjes, waterdichte kleding, artikelen met een rubberen binnenkant en kleding of kussens met een vulling van schuimrubber dienen niet in de was / droogcombinatie te worden gedroogd. • Wasverzachters of soortgelijke producten dienen te worden gebruikt zoals aangegeven in de instructies van de fabrikant van het product. NEDERLANDS 5

Pagina: 6

• Verwijder alle voorwerpen van items die een ontstekingsbron kunnen zijn zoals aanstekers of lucifers. • Stop een was / droogcombinatie nooit voor het einde van een droogcyclus, tenzij alle voorwerpen snel uit de trommel verwijderd en uitgehangen worden, zodat de restwarmte snel verdwijnt. • Het laatste deel van een was / droogcombinatiecyclus vindt plaats zonder warmte ( koelcyclus ) om ervoor te zorgen dat de artikelen uiteindelijk een temperatuur hebben waarbij is gewaarborgd dat de artikelen niet worden beschadigd. • Gebruik geen waterstralen onder druk en / of stoom om het apparaat te reinigen. • Maak het apparaat schoon met een vochtige doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen. • Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht. 2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 2.1 Installatie De installatie moet voldoen aan de relevante nationale voorschriften. • Volg de installatie-instructies die zijn meegeleverd met het apparaat. • Gebruik of installeer het apparaat niet op plekken waar de temperatuur onder de 0 °C komt of waar het wordt blootgesteld aan weersomstandigheden. • Houd het apparaat tijdens het verplaatsen altijd verticaal. • Zorg dat er lucht tussen het apparaat en de vloer kan circuleren. • Verwijder de verpakking en de transportbouten. • Zorg ervoor dat de vloer van de plaats waar u het apparaat installeert, vlak, stabiel, hittebestendig en schoon is. • Bewaar de transportbouten op een veilige plek. Als het apparaat verplaatst moet worden in de toekomst, moeten ze opnieuw bevestigd worden om de trommel te vergrendelen om interne schade te voorkomen. • Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel. • Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. • Plaats het apparaat niet op een plek waar de deur niet helemaal open kan. • Pas de stelvoeten aan om de nodige ruimte tussen het apparaat en de vloer te creëren. • Als het apparaat op zijn permanente plaats wordt geplaatst, moet u nagaan of het waterpas staat. Is dit niet het www.aeg.com 6

Pagina: 7

geval, stel de stelpootjes hier dan op af. 2.2 Elektrische aansluiting WAARSCHUWING ! Gevaar voor brand en elektrische schokken. • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. • Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact. • Gebruik geen adapters met meerdere stekkers en verlengkabels. • Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. • Raak de stroomkabel of stekker niet aan met natte handen. 2.3 Wateraansluiting • Beschadig de waterslangen niet. • Indien buizen lang niet zijn gebruikt, er reparaties hebben plaatsgevonden of er nieuwe apparaten zijn geplaatst ( watermeters, enz. ), moet u, voordat de nieuwe buizen worden aangesloten, het water laten stromen tot het schoon en helder is. • Zorg ervoor dat er geen zichtbare waterlekken zijn tijdens en na het eerste gebruik van het apparaat. 2.4 Gebruik WAARSCHUWING ! Gevaar voor letsel, elektrische schokken, brand, brandwonden en schade aan het apparaat. • Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. • Raak de glazen deur niet aan als een programma in werking is. Het glas kan heet worden. • Droog geen beschadigde ( gescheurde, gerafelde ) kleding met vulling of voering. • Indien wasgoed is gewassen met een vlekkenverwijderaar, dient er een extra spoelcyclus te worden uitgevoerd voordat u gaat drogen. • Zorg ervoor dat alle metalen voorwerpen van het wasgoed zijn verwijderd. • Droog uitsluitend textiel dat in het apparaat mag worden gedroogd. Volg de instructies op het wasvoorschrift in de kleding. • Ga niet op de open deur zitten of staan • Droog geen druipnatte kledingstukken in het apparaat. • Zet geen hete items op de kunststofonderdelen van het apparaat. • Verwijder een wasbol ( indien gebruikt ) voor het starten van het droogprogramma. • Gebruik geen wasbol wanneer u een non-stopprogramma instelt. 2.5 Service • Neem contact op met de erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat. Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. • Houd er rekening mee dat zelfreparatie of niet-professionele reparatie gevolgen kan hebben voor de veiligheid en de garantie kan doen vervallen. • De volgende reserveonderdelen zijn beschikbaar gedurende 10 jaar nadat het Model is stopgezet : motor – en motorborstels, transmissie tussen motor en trommel, pompen, schokdempers en veren, wastrommel, trommelspin en aanverwante kogellagers, verwarmers en verwarmingselementen, inclusief warmtepompen, leidingen en aanverwante apparatuur, waaronder slangen, kleppen, filters en aquastops, printplaten, elektronische displays, drukschakelaars, thermostaten en sensoren, software en firmware met inbegrip van resetsoftware, deur, deurscharnier en afdichtingen, andere afdichtingen, deurvergrendelingsassemblage, plastic randapparatuur zoals wasmiddeldispensers. Houd er rekening mee dat sommige van deze reserveonderdelen alleen beschikbaar NEDERLANDS 7

Pagina: 8

zijn voor professionele reparateurs en dat niet alle reserveonderdelen relevant zijn voor alle modellen. 2.6 Verwijdering • Haal de stekker uit het stopcontact en koppel het apparaat los van de watertoevoer. • Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en gooi het weg. • Verwijder de deurvergrendeling om te voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in de trommel vast komen te zitten. • Gooi het apparaat weg conform de lokale voorschriften voor de verwijdering van elektrische en elektronische apparatuur ( AEEA ). 3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT 3.1 Apparaatoverzicht 1 2 3 9 5 6 7 4 10 8 11 12 1 Bovenblad 2 Wasmiddellade 3 Bedieningspaneel 4 Handgreep 5 Typeplaatje 6 Filter afvoerpomp 7 Voetjes voor het waterpas zetten van het apparaat 8 Afvoerslang 9 Aansluiting van de watertoevoerslang 10 Netsnoer 11 Transportbouten 12 Slangensteun 00000000 00A Mod. xxxxxxxxx 000V ~ 00H z 0000 W 910000000 00 A B C Prod. No. D Het typeplaatje vermeldt de modelnaam ( A ), het productnummer ( B ), de elektrische classificaties ( C ) en het serienummer ( D ). www.aeg.com 8

Pagina: 9

4. TECHNISCHE GEGEVENS Afmeting Breedte / hoogte / totale diepte 59.7 cm / 84.7 cm / 57.5 cm Elektrische aansluiting Spanning ( Voltage ) Totaal vermogen Zekering Frequentie 230 V 2200 W 10 A 50 Hz Het beschermdeksel biedt bescherming tegen vaste stoffen en vochtigheid, behalve op plaatsen waar de laagspanningsapparatuur geen bescherming te ‐ gen vocht biedt IPX4 Watertoevoer 1 ) Koud water Watertoevoerdruk Minimum Maximum 0,5 bar ( 0,05 MPa ) 8 bar ( 0,8 MPa ) Maximale belading was ‐ goed Katoen 8 kg Maximale belading droog wasgoed Katoen Synthetische was 4 kg 3 kg Centrifugeersnelheid Maximale centrifugeer ‐ snelheid 1551 rpm 1 ) Sluit de waterinlaatslang aan op een waterkraan met een 3/4 ‘ ‘ – schroefdraad. 5. ACCESSOIRES 5.1 Verkrijgbaar op www.aeg.com/shop of bij een erkende dealer Lees de met het accessoire meegeleverde instructies zorgvuldig door. Alleen geschikte accessoires die door AEG zijn goedgekeurd waarborgen de veiligheidsnormen van het apparaat. Als niet – goedgekeurde onderdelen worden gebruikt, worden alle claims ongeldig verklaard. 5.2 Set bevestigingsplaatjes Als u het apparaat op een plint installeert die geen accessoire is meegeleverd bij AEG, zet het apparaat dan vast in de bevestigingsplaten. Lees de met het accessoire meegeleverde instructies zorgvuldig door. 6. MONTAGE WAARSCHUWING ! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. NEDERLANDS 9

Pagina: 10

6.1 Uitpakken WAARSCHUWING ! Verwijder alle verpakking en de transportbouten voordat u het apparaat installeert. WAARSCHUWING ! Gebruik de handschoenen. 1. De externe folie eraf trekken. Gebruik zo nodig een mes. 2. Verwijder de kartonnen bovenzijde en het verpakkingsmateriaal van polystyreen. 3. De interne folie eraf trekken. 4. Open de klep en verwijder het polystyreenstuk van de klepvergrendeling en alle voorwerpen van de trommel. 5. Zet het apparaat voorzichtig op zijn achterkant. 6. Plaats het voorste polystyreenverpakkingselement op de vloer onder het apparaat. Zorg dat u de slangen niet beschadigt. 7. Verwijder de piepschuim bescherming van de onderkant. 1 2 8. Zet het apparaat weer rechtop. www.aeg.com 10

Pagina: 11

9. Verwijder het aansluitsnoer en de afvoerslang van de slanghouders. U kunt het water in de afvoerslang zien stromen. Dit komt doordat het apparaat in de fabriek met water is getest. 10. Verwijder de drie bouten met de moersleutel die bij het apparaat geleverd is. 11. Trek de bouten met de plastic tussenstukken eruit. 12. Plaats de plastic doppen die u in de zak met de gebruiksaanwijzing vindt in de openingen. Wij raden u aan om alle transportbouten en verpakking te bewaren voor als u het apparaat gaat verplaatsen. 6.2 Plaatsing en waterpas zetten 1. Installeer het apparaat op een vlakke harde vloer. Zorg ervoor dat de vloerbedekking de luchtcirculatie onder het apparaat niet stopt. Zorg ervoor dat het apparaat geen muren of andere apparaten raakt. 2. Gebruik de stelvoetjes om het apparaat waterpas te zetten. WAARSCHUWING ! Plaats geen karton, hout of vergelijkbare materialen onder de voeten van het apparaat om deze waterpas te stellen. x4 Het apparaat moet waterpas en stabiel staan. Een juiste afstelling van het apparaat voorkomt trillingen en lawaai en het bewegen van het apparaat als deze in bedrijf is. NEDERLANDS 11

Pagina: 12

Wanneer het apparaat op een plint wordt geïnstalleerd, gebruikt u het accessoire dat wordt beschreven in het hoofdstuk ‘ Accessoires ‘. Lees de met de accessoires en het apparaat meegeleverde instructies zorgvuldig door. 6.3 De toevoerslang 1. Sluit de watertoevoerslang aan op de achterkant van het apparaat. 2. Plaats hem naar rechts of link afhankelijk van de positie van de waterkraan. 20 º 20 º 45 º 45 º Zorg ervoor dat de toevoerslang niet verticaal is geplaatst. 3. Maak indien nodig de ringmoer los om hem in de juiste stand te zetten. 4. Sluit de watertoevoerslang aan op een koudwaterkraan met 3/4 ” – schroefdraad. LET OP ! Zorg ervoor dat de koppelingen niet lekken. Gebruik geen verlengslang als de toevoerslang te kort is. Neem contact op met de klantenservice voor vervanging van de toevoerslang. 6.4 Waterstop De watertoevoerslang is voorzien van een waterstop. Dit toestel voorkomt lekkage in de slang door natuurlijke slijtage. Het rode gedeelte in het venster « A » toont deze storing. A Als dit gebeurt, draait u de kraan dicht en neemt u contact op met de erkende klantenservice om de slang te laten vervangen. 6.5 Waterafvoer De afvoerslang moet rechtstreeks in een afvoerpijp op een hoogte van niet minder dan 60 cm en niet meer dan 100 cm van de vloer worden geplaatst. www.aeg.com 12

Pagina: 13

U kunt de afvoerslang maximaal 400 cm verlengen. Neem contact op met de erkende klantenservice voor de andere afvoerslang en het verlengstuk. De afvoerslang kan op verschillende manieren worden aangesloten : 1. Maak een U-vorm van de afvoerslang en plaats hem rond de plastic slanggeleider. 2. Aan de rand van een gootsteen – Maak de geleider vast aan de waterkraan of aan de wand. Zorg dat de plastic geleider niet kan bewegen als het apparaat water afvoert. Zorg ervoor dat het uiteinde van de afvoerslang niet in water is ondergedompeld. Er kan een vuil water teruglopen in het apparaat. 3. Op een staande leiding met een ventilatiegat – Steek de afvoerslang direct in een afvoerleiding. Zie de illustratie. Het einde van de afvoerslang moet altijd geventileerd zijn, d. w. z. dat de binnendiameter van de afvoerpijp ( min. 38 mm – min. 1.5 ” ) groter moet zijn dan de buitendiameter van de afvoerslang. 4. Als het uiteinde van de afvoerslang er zo uitziet ( zie de afbeelding ), dan kunt u het direct in de standpijp plaatsen. 5. Zonder de plastic slanggeleider aan een gootsteenafvoer – Doe de afvoerslang in de gootsteenafvoer en zet deze vast met een klem. Zie de illustratie. NEDERLANDS 13

Pagina: 14

Zorg dat de afvoerslang een bocht maakt om te voorkomen dat deeltjes uit de gootsteen in het apparaat komen. 6. Plaats de slang direct op een ingebouwde afvoerleiding in de kamerwanden zet vast met een klem. 6.6 Elektrische aansluiting Aan het einde van de installatie kunt u de stekker in het stopcontact steken. Het typeplaatje en het hoofdstuk ‘ Technische gegevens ‘ geven de benodigde elektrische waarden aan. Zorg ervoor dat ze compatibel zijn met de netvoeding. Controleer of de elektrische installatie in uw woning geschikt is voor het maximale vereiste vermogen ; houd hierbij rekening met andere apparaten die in gebruik zijn. Sluit het apparaat aan op een geaard stopcontact. Het aansluitsnoer moet na de installatie van het apparaat toegankelijk zijn. Neem voor alle elektrische werkzaamheden die nodig zijn om dit apparaat te installeren contact op met ons geautoriseerde servicecentrum. De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade of letsel die voortkomt uit het niet opvolgen van bovengenoemde veiligheidsvoorschriften. 7. BEDIENINGSPANEEL 7.1 Beschrijving bedieningspaneel Eco 40-60 Katoen Synthetica Fijne was Outdoor NonStop 60 min Spoelen Centrifugeren / Pompen Wol / Handwas Stoom Aan / Uit Tijd besparen Startuitstel Start / Pauze Programma Drogen Wassen Vlekken Voorwas Modus Vlekken / Voorwas Temp. °C TPM Droogte – graad Tijd 2 3 6 12 11 10 8 1 4 5 7 9 1 Programmadraaiknop 2 Display www.aeg.com 14

Pagina: 15

3 Droogtijdtoets ( Tijd ) 4 Droogniveautoets ( Droogtegraad ) 5 Tiptoets was – en droogmodus ( Modus ) • Wassen • Drogen 6 Start / Pauze tiptoets ( Start / Pauze ) 7 Tiptoets Optie ( Vlekken / Voorwas ) 8 Startuitstel tiptoets ( Startuitstel ) 9 Tiptoets tijdsbesparing ( Tijd besparen ) 10 Kort centrifugeren-aanraaktoets ( TPM ) 11 Temperatuuraanraaktoets ( Temp. °C ) 12 Drukknop aan / uit ( Aan / Uit ) 7.2 Display MIX Controlelampje maximum belading. De aanduiding knippert tijdens de ladingbepaling. Controlelampje wasgoedgewicht. Knippert als de wasgoedbelading de maximum toegestane belading van het geselecteerde programma over ‐ schrijdt. Als u een programma draait terwijl de trommel is overladen, knippert aan het einde van het programma ook. Droogtijdindicatielampje. Controlelampje klep gesloten. Het controlelampje kan aangeven : • Programmaduurtijd ( bijv., was – en / of droogfase ). • Vertragingstijd ( bijv. of ). • Einde cyclus ( ). • Waarschuwingscode ( ). Indicator van wasfase. Knippert tijdens de voorwas – en wasfase. Indicator van spoelfase. Knippert tijdens de spoelfase. NEDERLANDS 15

Pagina: 16

De permanente optie Extra spoelen : • – een extra spoelbeurt. • – twee extra spoelbeurten. Centrifuge en afvoer indicator. Knippert tijdens het centrifugeren en af ‐ voeren. Controlelampje stoomgang. Droogfase-indicatielampje. Controlelampje kinderbeveiliging. Controlelampje temperatuur. Het controlelampje gaat branden als koude was gekozen is. Controlelampje centrifugetoerental. – Aanduiding Niet centrifu ‐ geren. Strijkdroogindicatielampje. Kastdroogindicatielampje. Extradroogindicatielampje. 8. DRAAIKNOP EN KNOPPEN 8.1 Introductie Druk bij een toetscombinatie de toetsen niet schuin in. De sensoren die onder de knoppen zitten zijn gevoelig en kunnen invloed uitoefenen op uw keuze. 8.2 Aan / Uit Druk een paar seconden op deze knop te drukken kunt u het apparaat in – of uitschakelen. Er klinken twee verschillende geluiden als het apparaat in – of uitgeschakeld wordt. Omdat de stand-by-functie het apparaat automatisch uitschakelt om het energiegebruik in een aantal gevallen te beperken, moet u het apparaat wellicht weer inschakelen. Raadpleeg de paragraaf over stand-by in het hoofdstuk ‘ Dagelijks gebruik ‘ voor meer informatie. 8.3 Inleiding Niet alle opties en functies zijn beschikbaar voor alle wasprogramma’s. Controleer de verenigbaarheid van de opties en functies met de wasprogramma’s in het ‘ Programmaoverzicht ‘. Een optie of functie kan een andere uitsluiten. In zo’n geval staat het apparaat niet toe dat u de onverenigbare opties of functies samen instelt. Zorg dat het scherm en de toetsen altijd schoon en droog zijn. www.aeg.com 16

Pagina: 17

8.4 Temp. °C Wanneer het gewenste programma is gekozen, stelt uw machine automatisch een standaard temperatuur voor. Raak deze toets herhaaldelijk aan totdat de gewenste temperatuur op het display verschijnt. Als het display de volgende aanduidingen en weergeeft, verwarmt het apparaat het water niet. 8.5 TPM Als u een programma instelt, stelt het apparaat automatisch de maximaal toegestane centrifugeersnelheid in. Raak deze toets herhaaldelijk aan om : • Het centrifugeersnelheid in te stellen. De display toont alleen de centrifugesnelheden die voor het ingestelde programma beschikbaar zijn. • Activeer de optie Niet centrifugeren. Deze optie is alleen beschikbaar met het Centrifugeren / Pompen – programma. Het apparaat slaat alle centrifugeerfasen oven en pompt alleen het water weg. Op het display verschijnt het indicatielampje. 8.6 Vlekken / Voorwas Druk meerdere malen op deze knop om een van de twee opties te activeren. De overeenkomstige indicatie verschijnt op het display. • Vlekken Kies deze optie om een fase voor vlekken aan het programma toe te voegen en het zwaar vervuilde of bevlekte wasgoed met vlekkenverwijderaar te behandelen. Doe de vlekkenverwijderaar in het vak. De vlekkenverwijderaar wordt in de geschikte fase van het wasprogramma toegevoegd. Deze optie is niet beschikbaar bij een temperatuur lager dan 40 °C. • Voorwas Gebruik deze functie om een voorwasfase op 30 °C toe te voegen voor de wasfase. Deze optie wordt aanbevolen voor zwaar vervuild wasgoed, met in het bijzonder zand, stof, modder en andere vaste deeltjes. Deze optie kan de duur van het programma verlengen. 8.7 Startuitstel Met deze optie kunt u het starten van een programma uitstellen naar een handiger tijdstip. Tik herhaaldelijk op de knop om de gewenste uitsteltijd in te stellen. De tijd wordt met stappen van 30 minuten verhoogd tot 90 ‘ en van 2 tot maximaal 20 uur. Na het starten van de cyclus met de knop Start / Pauze geeft het display de gekozen uitsteltijd weer en begint het apparaat met aftellen. 8.8 Tijd besparen Met deze optie kunt u de programmaduur inkorten. • Bij normaal of licht vervuild wasgoed wordt het aanbevolen het wasprogramma in te korten. Raak deze knop eenmaal aan om de tijdsduur te verminderen. • Raak bij een kleinere lading deze knop tweemaal aan om een extra kort programma in te stellen. Op het display wordt de programmaduur overeenkomstig aangepast. Als deze knop wordt ingesteld, gaat het led boven de knop branden. Deze optie kan ook worden gebruikt om de duur van het Stoom-programma te verkorten. NEDERLANDS 17

Pagina: 18

8.9 Tijd Druk op deze toets om op basis van de stofsoort in te stellen hoe lang de was moet drogen ( raadpleeg tabel ” Tijddrogen ” ). De ingestelde waarde wordt in het display weergegeven. Telkens als u deze toets indrukt wordt de droogtijd met 5 minuten verlengd. U kunt niet alle tijdwaarden voor de verschillende stofsoorten instellen. 8.10 Droogtegraad Druk op deze toets om automatisch het droogniveau van uw wasgoed in te stellen. Op het display gaat de relevante droogindicator branden : • Strijkdroog : wasgoed dat wordt gestreken. • Kastdroog : wasgoed dat wordt opgeborgen. • Extra droog : wasgoed wordt volledig gedroogd. U kunt niet alle niveaus voor alle stofsoorten automatisch instellen. 8.11 Modus Dankzij deze knop kan een cyclus het volgende uitvoeren : • Alleen wassen : Het lampje Wassen brandt. • Wassen en drogen : lampjes Wassen en Drogen gaan branden. • Alleen drogen : Het lampje Drogen brandt. 8.12 Start / Pauze Raak toets Start / Pauze aan om het draaiende programma te starten, te pauzeren of te onderbreken. www.aeg.com 18

Pagina: 19

9. PROGRAMMA’S 9.1 Programmatabel Programma Standaard tem ‐ peratuur Temperatuurbe ‐ reik Referentie centrifugeer ‐ snelheid Centrifu ‐ geersnel ‐ heidsbereik Maxi ‐ male lading Programmabeschrijving Eco 40-60 ( Alleen wassen-modus ) 40 °C 1 ) 60 °C 2 ) – 30 °C 1600 tpm 1600 tpm – 400 tpm 8 kg Wit katoen en kleurvast katoen. Normaal vervuilde was. Eco 40-60 + Kastdroogniveau ( modus Wassen en drogen ) 40 °C 3 ) 60 °C – 30 °C 1600 tpm 1600 tpm – 400 tpm 4 kg Eco 40-60 + Kastdroogniveau ( Alleen drogen – modus ) 4 ) – 4 kg Wit katoen en kleurvast katoen. Katoen 40 °C 95 °C – koud 1600 tpm 1600 tpm – 400 tpm 8 kg Wit en bont katoen. Voor normaal, zwaar en licht bevuild wasgoed. Synthetica 40 °C 60 °C – Koud 1200 tpm 1200 tpm – 400 tpm 3 kg Synthetische of gemengde stoffen. Nor ‐ maal vervuilde was. Fijne was 30 °C 40 °C – Koud 1200 tpm 1200 tpm – 400 tpm 2 kg Fijne stoffen zoals acryl, viscose en ge ‐ mengde stoffen hebben een milde was ‐ beurt nodig. Voor normaal en licht bevuild wasgoed. Wol / Handwas 40 °C 40 °C – Koud 1200 tpm 1200 tpm – 400 tpm 1.5 kg Machinewasbestendige wol, handwasbe ‐ stendige wol en andere stoffen met « hand ‐ was » – symbool5 ). NEDERLANDS 19

Pagina: 20

Programma Standaard tem ‐ peratuur Temperatuurbe ‐ reik Referentie centrifugeer ‐ snelheid Centrifu ‐ geersnel ‐ heidsbereik Maxi ‐ male lading Programmabeschrijving Outdoor 30 °C 40 °C – Koud 1200 tpm 1200 tpm – 400 tpm 2 kg Gebruik geen wasverzachter en zorg ervoor dat er geen wasverzachter resten in de wasmiddeldoseerlade achter zijn gebleven. Buitenkleding, technische kleding, sport ‐ kleding, waterbestendige en ademende jassen, jassen met een verwijderbare flee ‐ celaag of binnenvoering. Door een gecombineerd was – en droogprogramma te draai ‐ en, dient de droogfase ook als een hersteller van de wa ‐ terafstootbaarheid. Zorg er ‐ voor dat het verzorgingseti ‐ ket aangeeft dat het kle ‐ dingstuk mag worden ge ‐ droogd in de wasdroger. NonStop 60 min 30 °C 40 °C – 30 °C 1200 tpm 1200 tpm 1 kg Compleet programma samengesteld uit was ‐ fase en droogfase voor een kleine lading met gemengde stoffen ( katoenen en synthetische stoffen ). Ook verschijnt het indicatielampje op het display. www.aeg.com 20

Pagina: 21

Programma Standaard tem ‐ peratuur Temperatuurbe ‐ reik Referentie centrifugeer ‐ snelheid Centrifu ‐ geersnel ‐ heidsbereik Maxi ‐ male lading Programmabeschrijving Stoom – 1 kg Stoomprogramma’s 6 ) Stoom kan worden gebruikt voor droge, gewassen of eenmaal gedragen was ‐ goed. Deze programma’s kunnen kreu ‐ kels en luchtjes verminderen en het was ‐ goed zachter maken. Gebruik nooit een reinigingsmiddel. Ver ‐ wijder vlekken indien nodig door te was ‐ sen of plaatselijk vlekkenverwijderaar te gebruiken. Stoomprogramma’s hebben geen hygiëni ‐ sche cyclus. Stel het stoomprogramma niet in voor dit type kleding : • kleding die bij een temperatuur lager dan 40 °C gewassen moet worden. • kleding waar op het wasvoorschrift niet staat of het geschikt is voor de droger. • Artikelen met label ” Alleen chemisch rei ‐ nigen “. Spoelen 1600 tpm 1600 tpm – 400 tpm 8 kg Om het wasgoed te spoelen en te centrifuge ‐ ren. Alle stoffen, behalve wol en zeer deli ‐ cate stoffen. Verlaag de centrifugeersnelheid afhankelijk van het type wasgoed. NEDERLANDS 21

Pagina: 22

Programma Standaard tem ‐ peratuur Temperatuurbe ‐ reik Referentie centrifugeer ‐ snelheid Centrifu ‐ geersnel ‐ heidsbereik Maxi ‐ male lading Programmabeschrijving Centrifugeren / Pompen 1600 tpm 1600 tpm – 8 kg Alle stoffen, behalve wol en zeer delicate stoffen. Om het wasgoed te centrifugeren en het water uit de trommel te pompen. 1 ) In overeenstemming met Verordening van de Commissie EU 2019 / 2023. Dit programma bij stan ‐ daard temperatuur en centrifugeersnelheid, in wasmodus, met een nominale capaciteit van 8 kg, is in staat normaal bevuild katoenen wasgoed dat wasbaar is verklaard bij 40 °C of 60 °C, samen in dezelfde cyclus te reinigen. Voor de bereikte temperatuur in het wasgoed, de duur van het programma en andere ge ‐ gevens wordt verwezen naar het hoofdstuk ‘ Verbruikswaarden ‘. De meest efficiënte programma’s op het gebied van energieverbruik zijn over het alge ‐ meen programma’s die presteren bij lagere temperaturen en een langere duur. 2 ) Katoen Eco-programma. Dit programma op 60 ºC met een lading van 8 kg is het referentieprogram ‐ ma voor de gegevens die op het energielabel staan, in overeenstemming met de richtlijnen EG 96/60. Stel dit programma in voor een goed wasresultaat en om het stroomverbruik te verlagen. De tijd van het wasprogramma wordt verlengd. 3 ) In overeenstemming met Verordening van de Commissie EU 2019 / 2023. Dit programma bij stan ‐ daard temperatuur en centrifugeersnelheid, in was – en droogmodus, met nominaal vermogen van 4 kg en Kastdroog-niveau voert de was – en droogcyclus uit die geschikt is voor het reinigen van normaal be ‐ vuild katoenen wasgoed dat wasbaar is verklaard bij 40 °C of 60 °C, samen in dezelfde cyclus en, na de droogfase, kan het wasgoed onmiddellijk in een kast worden opgeslagen. 4 ) Dit programma is het droogreferentieprogramma voor de gegevens die op het energielabel staan, in overeenstemming met de richtlijnen EG 96/60. Testprestaties, volgens EN 50229, moeten worden uitge ‐ voerd met de EERSTE drooglading van de maximale droogcapaciteit ( samenstelling volgens EN61121 ) door selectie van het programma AUTOMATISCH KASTDROOG voor Eco 40-60. De TWEEDE droogla ‐ ding met de restlading moet worden getest door selectie van het programma AUTOMATISCH KAST ‐ DROOG voor Eco 40-60. 5 ) Tijdens deze cyclus draait de trommel langzaam om te zorgen voor een zacht wasproces. Het kan lijken dat de trommel niet draait of niet goed draait, maar dat is normaal voor dit programma. 6 ) Als u een stoomprogramma instelt met gedroogde was, zal de was aan het eind van de cyclus vochtig aanvoelen. Het is beter om de kleren ongeveer 10 minuten in de frisse lucht te drogen om de vochtigheid te laten verdampen. Voor optimaal resultaat dient u het wasgoed na afloop van het programma meteen uit de trommel te halen. Na een stoomcyclus kunt u de items toch nog strijken, maar dan uiteraard met veel minder moeite. www.aeg.com 22

Pagina: 23

Compatibiliteit van programmaopties Programma Eco 40 – 60 Katoen Synthetica Fijne was Wol / Handwas Outdoor NonStop 60 min Stoom Spoelen Centrifugeren / Pompen Opties TPM ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ Niet cen ‐ trifugeren ■ 1 ) Vlekken2 ) ■ ■ ■ Voorwas ■ ■ ■ Extra Spoelen ■ ■ ■ ■ ■ ■ Tijd bespa ‐ ren3 ) ■ ■ ■ ■ ■ Startuitstel ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ Tijd ■ ■ ■ ■ ■ ■ Droogtegraad ■ 4 ) ■ 1 ) Als u de optie Niet centrifugeren selecteert, dan voert het apparaat alleen de afvoercyclus uit. 2 ) Deze optie is niet beschikbaar bij een temperatuur lager dan 40 °C. 3 ) Als u de kortste cyclusduur instelt, adviseren wij u de grootte van de lading te verminderen. Het is mo ‐ gelijk om de volledige lading te gebruiken, maar het wasresultaat kan dan minder bevredigend zijn. 4 ) Strijkdroog is niet beschikbaar met dit programma. Geschikte wasmiddelen voor elk programma Programma Universeel poeder1 ) Universele vloeistof ( Li ‐ quid Univer ‐ sal ) Vloeistof voor ge ‐ kleurde was Fijne was en wol Speciaal Eco 40-60 ▲ ▲ ▲ — — Katoen ▲ ▲ ▲ — — Synthetica ▲ ▲ ▲ — — Fijne was — — — ▲ ▲ NEDERLANDS 23

Pagina: 24

Programma Universeel poeder1 ) Universele vloeistof ( Li ‐ quid Univer ‐ sal ) Vloeistof voor ge ‐ kleurde was Fijne was en wol Speciaal Wol / Hand ‐ was — — — ▲ ▲ Outdoor — — — ▲ ▲ NonStop 60 min — ▲ ▲ — — 1 ) Bij een temperatuur hoger dan 60 °C wordt het gebruik van waspoeder aanbevolen. ▲ = Aanbevolen — = Niet aanbevolen 9.2 Woolmark Apparel Care – Blauw • De wolwascyclus van de machine is goedgekeurd door Woolmark voor het wassen van wollen kleding waarvan in het label staat dat het “ handwas ” is, op voorwaarde dat de kledingstukken worden gewassen volgens de instructies op het label in het kledingstuk en die van de fabrikant van deze wasmachine. Volg de instructies op het wasvoorschrift in de kleding. M1664 • De droogcyclus voor wol van deze machine is goedgekeurd door ” The Woolmark Company ” voor het drogen van wollen kleding met het label ” met de hand wassen “, mits de kleding wordt gedroogd volgens de instructies die door de fabrikant van deze machine uitgegeven werden. Volg het label voor zorgvuldigheid van kleding voor andere instructies met betrekking tot de was. M1664 Het symbool ” Woolmark ” is een certificatieteken in verschillende landen. 9.3 Automatisch drogen Droogheidsniveau Soort stof Lading Extra droog Artikelen van badstof Katoen en linnen ( badjassen, badhanddoeken, etc. ) tot 4 kg www.aeg.com 24

Pagina: 25

Droogheidsniveau Soort stof Lading Kastdroog Voor spullen die opgeruimd worden Katoen en linnen ( badjassen, badhanddoeken, etc. ) tot 4 kg Synthetische en gemengde stoffen ( truien, blouses, ondergoed, huishoudlinnen en bedde ‐ ngoed ) tot 3 kg Delicate stoffen ( acryl, viscose en fijne ge ‐ mengde stoffen ) tot 2 kg Wollen artikelen ( wollen truien ) tot 1 kg Buitensportkleding ( buitenkleding, technische en sportkleding, waterproof en ademende jassen, jacks ) tot 2 kg Strijkdroog ( Iron Dry ) Geschikt voor artikelen die gestre ‐ ken moeten worden Katoen en linnen ( lakens, tafellakens, over ‐ hemden, etc. ) tot 4 kg 9.4 Tijdgestuurd drogen Droogheidsni ‐ veau Soort stof La ‐ ding ( kg ) Cen ‐ trifu ‐ ge ‐ snel ‐ heid ( tpm ) Voorgestelde duur ( min ) Extra droog Artikelen van badstof Katoen en linnen ( badjassen, badhanddoeken, etc. ) 4 1600 180 – 200 2 1600 90 – 110 1 1600 60 – 70 NEDERLANDS 25

Pagina: 26

Droogheidsni‐
veau
Soort stof La‐
ding
(kg)
Cen‐
trifu‐
ge‐
snel‐
heid
(tpm)
Voorgestelde
duur (min)
Kastdroog
Voor spullen die
opgeruimd wor‐
den
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoeken, etc.)
4 1600 170 – 190
2 1600 80 – 100
1 1600 50 – 60
Synthetische en gemengde stoffen
(truien, blouses, ondergoed, huishoud‐
linnen en beddengoed)
3 1200 130 – 145
1 1200 45 – 55
Fijnwas
(acryl, viscose en fijne gemengde stof‐
fen)
2 1200 140 – 160
1 1200 70 – 80
Wol
(wollen truien)
1 1200 170 – 190
Buitensportkleding
(buitenkleding, technische en sportkle‐
ding, waterproof en ademende jassen,
jacks)
2 1200 140 – 160
1 1200 70 – 80
Strijkdroog
(Iron Dry)
Geschikt voor
artikelen die ge‐
streken moeten
worden
Katoen en linnen
(lakens, tafellakens, overhemden, etc.)
4 1600 100 – 120
2 1600 60 – 80
1 1600 40 – 50
10. INSTELLINGEN
10.1 Introductie
Druk bij een toetscombinatie
de toetsen niet schuin in. De
sensoren die onder de
knoppen zitten zijn gevoelig
en kunnen invloed
uitoefenen op uw keuze.
10.2 Veiligheid van kinderen
Met deze optie kunt u voorkomen dat
kinderen met het bedieningspaneel
spelen.
• Voor het inschakelen/uitschakelen
van deze optie raakt u tegelijkertijd
Vlekken/Voorwas en TPM aan tot het
indicatielampje aan/uit gaat.
U kunt deze optie inschakelen:
• Nadat u toets Start/Pauze aanraakt:
alle knoppen en de programmaknop
worden uitgeschakeld (behalve de
toets Aan/Uit).
• Voordat u toets Start/Pauze aanraakt:
kan het apparaat niet starten.
Het apparaat behoudt de keuze van
deze optie nadat u het heeft
uitgeschakeld.
www.aeg.com
26

Pagina: 27

10.3 Geluidssignalen Er klinkt een geluidssignaal als het programma voltooid is ( gedurende 2 minuten opeenvolgende geluiden ). Voor het uitschakelen / inschakelen van de geluidssignalen raakt u gedurende 6 seconden tegelijkertijd toets Startuitstel en Vlekken / Voorwas aan. Als u de geluidssignalen uitschakelt, werken ze wel als er een storing optreedt. 10.4 Permanent extra spoelen Met deze optie kunt iedere keer u een nieuw programma instelt een of twee extra spoelbeurten laten draaien. • Raak de knoppen Temp. °C en TPM tegelijkertijd eenmaal aan om een extra spoelbeurt toe te voeren. verschijnt op het display. • Raak de knoppen Temp. °C en TPM tegelijkertijd tweemaal aan om twee extra spoelbeurten toe te voeren. verschijnt op het display. • Raak de knoppen Temp. °C en TPM tegelijkertijd driemaal aan om de extra spoelbeurten te verwijderen. Het display toont alleen. 11. VOOR HET EERSTE GEBRUIK Tijdens de installatie of voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt, kunt u wat water in het apparaat waarnemen. Dit is restwater dat in het apparaat is achtergebleven nadat in de fabriek een volledige functietest werd uitgevoerd om te garanderen dat het apparaat in perfect functionerende staat aan de klant wordt geleverd en is geen reden voor ongerustheid. 1. Zorg ervoor dat alle transportbouten uit het apparaat zijn verwijderd. 2. Zorg ervoor dat er stroom aanwezig is er dat de waterkraan openstaat. 3. Giet 2 liter water in het vakje voor het hoofdwasmiddel dat wordt aangegeven met. Deze handeling activeert het afvoersysteem. 4. Giet een kleine hoeveelheid wasmiddel in het vak dat wordt aangegeven met. 5. Stel het programma voor katoen in op de hoogste temperatuur zonder wasgoed in de trommel en start het programma. Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de trommel en de kuip. 12. DAGELIJKS GEBRUIK – ALLEEN WASSEN WAARSCHUWING ! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 12.1 Het apparaat inschakelen 1. Steek de stekker in het stopcontact. 2. Draai de waterkraan open. 3. Druk een paar seconden op de knop voor Aan / Uit om het apparaat in te schakelen. Het lampje van de knop Start / Pauze begint te knipperen. De programmakeuzeknop staat automatisch ingesteld op het katoenprogramma en alleen het indicatielampje Wassen is aan dat zich boven de Modus-knop bevindt. NEDERLANDS 27

Pagina: 28

Het display geeft de maximale lading aan, de standaardtemperatuur, het maximale centrifugeertoerental, de faseaanduidingen die het programma heeft en de cyclusduur. 12.2 Wasgoed in de machine doen 1. Open de deur van het apparaat. 2. Schud de kleding goed, voordat u deze in het apparaat stopt. 3. Doe de was in de trommel, één item tegelijk. Zorg ervoor dat u niet te veel was in de trommel plaatst. 4. Doe de deur stevig dicht. LET OP ! Zorg ervoor dat er geen wasgoed tussen de deur blijft klemmen. Er kan waterlekkage of beschadigd wasgoed ontstaan. LET OP ! Het wassen van hele vette of olieachtige vlekken kan schade aan de rubberen delen van de wasmachine veroorzaken. 12.3 Wasmiddel en additieven ( wasverzachter, vlekkenmiddel ) toevoegen Vakje voor voorwasmiddel, weekprogramma of vlekkenverwijderaar. Wasmiddelvakje voor wasfase. Bakje voor vloeibare toevoegingen ( wasverzachter, stijfsel ). Dit is het maximale niveau voor vloeibare toevoegingen. Klep voor waspoeder of vloeibaar wasmiddel. Volg altijd de instructies op die u op de verpakking van het wasmiddel aantreft. We raden u wel aan het maximaal aangegeven niveau niet te overschrijden ( ). Deze hoeveelheid zal u echter de beste wasresultaten geven. Verwijder na de wascyclus indien vereist achtergebleven wasmiddel uit het wasmiddelvakje. 12.4 De stand van de klep controleren 1. Trek de wasmiddeldoseerlade uit tot deze niet meer verder kan. 2. Druk de hendel in om de lade uit te trekken. www.aeg.com 28

Pagina: 29

3. Draai de klep omhoog om poederwasmiddel te gebruiken. A 4. Draai de klep omlaag om vloeibaar wasmiddel te gebruiken. B Met de klep in de stand OMLAAG : • Gebruik geen gelatineachtige of dikke vloeibare wasmiddelen. • Giet niet meer vloeibaar wasmiddel in het vakje dan de limiet op de klep. • Stel de voorwasfase niet in. • Stel de startuitstelfunctie niet in. 5. Meet het wasmiddel en wasverzachter af. 6. Sluit de wasmiddeldoseerlade voorzichtig. Zorg bij het sluiten van de lade dat de klep geen blokkering veroorzaakt. 12.5 Een programma instellen 1. Draai de programmaknop op het gewenste wasprogramma. Het bijbehorende indicatielampje gaat branden. Het lampje van de knop Start / Pauze knippert. Het display toont de maximaal bepaalde lading voor het programma, de standaardtemperatuur, het maximale centrifugeertoerental, de wasfaseaanduidingen ( indien aanwezig ) en een indicatieve programmaduur. 2. Om de temperatuur en / of de centrifugesnelheid te wijzigen, raakt u de bijbehorende toetsen aan. 3. Stel indien gewenst een of meer opties in door de desbetreffende knoppen aan te raken. De bijhorende NEDERLANDS 29

Pagina: 30

aanduidingen gaan vervolgens aan in het display en de aangegeven informatie wijzigt. Om alleen te wassen, dient u ervoor te zorgen dat alleen de aanduiding Wassen aan is die zich boven de Modus – knop bevindt. Als een keuze niet mogelijk is gaat de aanwijzing niet aan en klinkt er en geluidssignaal. 12.6 Een programma starten Raak de Start / Pauze toets aan om het programma te starten. Het bijbehorende indicatielampje stopt met knipperen en blijft branden. Op het display begint het indicatielampje van de werkingsfase te knipperen. Het programma start en de deur wordt vergrendeld. Op het display verschijnt het indicatielampje. De afvoerpomp gaat in werking kort voordat het apparaat zich met water vult. 12.7 Een programma starten met een uitgestelde start 1. Druk herhaaldelijk op de toets Startuitstel totdat het display de gewenste uitsteltijd weergeeft. Het indicatielampje Startuitstel gaat aan. 2. Druk op de knop Start / Pauze. Het aftellen van de uitgestelde start wordt op het display weergegeven. Als het aftelproces voltooid is, wordt het programma gestart. De ProSense schatting begint nadat het aftellen is beëindigd. Het annuleren van de uitgestelde start als het afstellen is begonnen De uitgestelde start annuleren : 1. Druk op de knop Start / Pauze om het apparaat te pauzeren. Het bijbehorende indicatielampje knippert. 2. Druk herhaaldelijk op de knop Startuitstel totdat het display weergeeft. 3. Druk nogmaals op toets Start / Pauze om het programma onmiddellijk te starten. Het wijzigen van de uitgestelde start als het afstellen is begonnen De uitgestelde start wijzigen : 1. Druk op de knop Start / Pauze om het apparaat te pauzeren. Het bijbehorende indicatielampje knippert. 2. Druk herhaaldelijk op de toets Startuitstel totdat het display de gewenste uitsteltijd weergeeft. 3. Druk nogmaals op toets Start / Pauze om het aftellen opnieuw te laten beginnen. 12.8 De ladingdetectie ProSense De programmaduur in het display is van toepassing op een middelmatige / grote lading. Na aanraking van de toets Start / Pauze gaat de aanduiding voor de maximaal bepaalde lading uit, knippert de aanduiding en begint ProSense met detectie van het wasgoed : 1. Het toestel detecteert de lading in de eerste 30 seconden : de indicator en de tijdpuntjes flikkeren, de trommel draait kort. 2. Aan het einde van de ladingdetectie gaat de aanduiding uit en stoppen de tijdstippen met knipperen. De programmaduur wordt overeenkomstig aangepast en kan worden verlengd of verkort. En na 30 seconden gaat de watertoevoer stromen. www.aeg.com 30

Pagina: 31

In het geval er na de ladingdetectie een overladen trommel blijkt te zijn, zal het lampje op het display knipperen : In dit geval is het gedurende 30 seconden mogelijk het apparaat te pauzeren en de overtollige kledingstukken te verwijderen. Raak na eenmaal de overtollige kleding te hebben verwijderd de toets Start / Pauze aan om het programma weer te starten. De fase ProSense kan tot driemaal toe worden herhaald ( zie punt 1 ). Belangrijk ! Als het wasgoed niet wordt verminderd, gaat het wasprogramma ondanks teveel lading toch van start. In dit geval kunt u niet de beste wasresulaten verwachten. Circa 20 minuten na de start van het programma kan de programmaduur afhankelijk van de capaciteit van de wateropname van de stoffen weer worden aangepast. De ProSense-detectie wordt alleen uitgevoerd met volledige wasprogramma ´ s ( zonder gekozen overslafase ). 12.9 Programmafase – indicatielampjes Als het programma start, knippert de aanduiding van de draaiende fase en de andere faseaanduidingen branden. De was – of voorwasfase is bijv. bezig :. Als de fase is voltooid, stopt de bijhorende aanduiding met knipperen en gaat continu branden. De volgende aanduiding begint te knipperen. De spoelfase is bijv. bezig :. Indien u het programma Stoom kiest, gaat de stoomfase-indicator branden. 12.10 Een programma onderbreken en de opties wijzigen U kunt als een programma bezig is maar een paar opties wijzigen : 1. Druk op toets Start / Pauze. Het bijbehorende indicatielampje knippert. 2. Wijzig de opties. De weergegeven informatie in het display wijzigt overeenkomstig. 3. Druk nogmaals op toets Start / Pauze. Het wasprogramma gaat verder. 12.11 Draaiend programma annuleren 1. Druk op de Aan / Uit toets om het programma te annuleren en om het apparaat uit te schakelen. 2. Druk opnieuw op de Aan / Uit toets om het apparaat in te schakelen. Nu kunt u een nieuw wasprogramma kiezen. Als de ProSense-fase al voltooid is en de machine al met water gevuld wordt, begint het nieuwe programma zonder herhaling van de ProSense-fase. Het water en wasmiddel worden niet weggepompt om verspilling te voorkomen. De display toont de maximumduur van het programma en werkt dit 20 minuten na de start van het nieuwe programma bij. 12.12 Openen van de deur – kledingstukken toevoegen Als een programma of het startuitstel in werking is, is de deur van de wasmachine vergrendeld. Als de temperatuur en het waterniveau in de trommel te hoog zijn en / of de trommel nog draait, kunt u de deur niet openen. 1. Druk op de toets Start / Pauze. NEDERLANDS 31

Pagina: 32

Op het display gaat het indicatielampje van de deurvergrendeling uit. 2. Open de deur van het apparaat. Indien nodig kunt u items toevoegen of uitnemen. 3. Sluit de deur van de machine en druk op de toets Start / Pauze. Het programma of startuitstel gaat verder. 4. De deur kan worden geopend als het programma is voltooid of stel programma / optie Centrifugeren / Pompen in en druk op de knop Start / Pauze. 12.13 Einde van het programma Wanneer het programma is voltooid, stopt het apparaat automatisch. De geluidssignalen weerklinken ( als ze actief zijn ). In het display gaat alle wasfaseaanduidingen continu branden en toont de tijdzone. Het lampje van de toets Start / Pauze gaat uit. Het deur ontgrendelt en de aanduiding gaat uit. knippert aan het einde van het programma als de trommel overladen is. 1. Druk op de Aan / Uit-knop om het apparaat uit te zetten. Vijf minuten na afloop van het programma schakelt energiebesparingsfuncie het apparaat automatisch uit. Als u het apparaat weer inschakelt, wordt het einde van het als laatste gekozen programma in het display weergegeven. Draai aan de programmaknop om een nieuwe cyclus in te stellen. 2. Haal het wasgoed uit het apparaat. 3. Zorg ervoor dat de trommel leeg is. 4. Laat de deur en het wasmiddeldoseerbakje iets open staan om de vorming van schimmel en onaangename luchtjes te voorkomen. 5. Draai de waterkraan dicht. 12.14 Stand-by-optie De stand-by-functie schakelt het apparaat automatisch uit om stroom te besparen als : • Het apparaat is 5 minuten voordat u op de knop Start / Pauze drukt niet gebruikt. Druk opnieuw op de toets Aan / Uit om het apparaat in te schakelen. • 5 minuten na afloop van het wasprogramma Druk opnieuw op de toets Aan / Uit om het apparaat in te schakelen. De tijd van het laatst ingestelde programma wordt weergegeven op het display. Draai aan de programmaknop om een nieuwe cyclus in te stellen. Als u een programma of optie instelt die eindigt met water in de trommel, wordt het apparaat niet door de stand-by-functie gedeactiveerd om u eraan te herinneren het water weg te pompen. 13. DAGELIJKS GEBRUIK – WASSEN và DROGEN WAARSCHUWING ! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. Dit apparaat is een automatische wasdroogcombinatie. www.aeg.com 32

Pagina: 33

13.1 Volledige was-en-droog – programma ´ s Automatisch nonstop – programma Het toestel is uitgerust met het NonStop 60 min – programma, een automatisch programma waarbij het niet nodig is om de Drogen modus in te stellen. Om dit programma te laten draaien : 1. Houd na het laden van wasgoed en wasmiddel de Aan / Uit toets gedurende enkele seconden ingedrukt, om het apparaat in te schakelen. 2. Stel het NonStop 60 min programma met de programmakeuzeknop in. Het indicatielampje verschijnt op het display 3. Raak de Start / Pauze toets aan om het programma te starten. Niet-automatische was và droog-programma ‘ s Bij sommige wasprogramma’s kunt u Wassen en Drogen – modus combineren voor het uitvoeren van een compleet was và droog-programma. Ga als volgt te werk : 1. Houd de Aan / Uit toets gedurende enkele seconden ingedrukt, om het apparaat in te schakelen. 2. Plaats het wasgoed met een artikel per keer. 3. Doe het wasmiddel en de aanvullende middelen in het juiste vakje. 4. Draai de programmaknop naar het wasprogramma. Het display toont de standaardtemperatuur en spoelen. Vervang ze indien nodig, op basis van uw wasgoed. Het display toont ook de maximaal aanbevolen lading voor de wasfase. 5. Stel de gewenste opties in, als die beschikbaar zijn. 6. Raak de Modus toets eenmaal aan om ook de droogfunctie te activeren. De Wassen en Drogen indicatielampjes gaan branden. De indicatielampjes en worden weergegeven op het display. Het display geeft ook de maximaal aanbevolen lading aan voor een was – en droogprogramma ( bijv. 4 kg voor katoen ). 7. U kunt nu een automatisch droogniveau of een specifieke droogduur kiezen. 13.2 Wassen en drogen – automatische niveaus 1. Tik toets Droogtegraad herhaaldelijk aan tot het display de gewenste droogte weergeeft. De lampjes in het display branden als volgt : a. Strijkdroog : voor katoenen kleding ; b. Kastdroog : voor katoen en synthetische stoffen ; c. Extra droog : voor katoenen kleding. De tijdswaarde op het display is de duur van de was – en droogfasen, berekend aan de hand van een standaard wasgoedlading. Voor een goede droging met verbruik van minder energie in een kortere tijd laat het apparaat u niet toe een lage centrifugeersnelheid in te stellen voor de te wassen en drogen items. 2. Raak toets Start / Pauze aan om het programma te starten. De schatting PROSENSE gaat van start. In het display gaat het indicatielampje voor vergrendelde deur aan en het indicatielampje van de lopende fase begint te knipperen. Op het display wordt ook de resterende programmatijd weergegeven. 13.3 Wassen en op tijd drogen 1. Tik herhaaldelijk op de toets Tijd om de gewenste tijd in te stellen ( zie de ” Drogen op tijd ” – tabel in het hoofdstuk ” Programma ´ s ” ). Het NEDERLANDS 33

Pagina: 34

indicatielampje van het droogniveau gaat uit en de indicatie gaat aan. Telkens als u deze toets aantikt, wordt de droogtijd met 5 minuten verlengd. Op de display verschijnt de nieuwe ingestelde tijdwaarde. 2. Druk op de Start / Pauze om het programma te starten. De ProSense – schatting gaat van start. In de display gaat het indicatielampje voor vergrendelde deur aan en het indicatielampje van de lopende fase begint te knipperen. Op de display wordt ook de resterende programmatijd weergegeven. 13.4 Aan het einde van het programma • Het apparaat stopt automatisch. • De geluidssignalen weerklinken ( als ze actief zijn ). • In het display gaat het symbool aan. • Het lampje van toets Start / Pauze gaat uit. De deur vergrendeld gaat uit • Druk een paar seconden op de knop Aan / Uitom het apparaat uit te schakelen. Een paar minuten na afloop van het programma schakelt de energiebesparende functie het apparaat automatisch uit. 1. Haal het wasgoed uit het apparaat. 2. Zorg ervoor dat de trommel leeg is. Na de droogfase reinigt u de trommel, de pakking en de binnenkant van de deur met een natte doek. 14. DAGELIJKS GEBRUIK – ALLEEN DROGEN WAARSCHUWING ! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. Dit apparaat is een automatische wasdroogcombinatie. 14.1 Voorbereiding op het drogen 1. Houd de toets Aan / Uit enkele seconden ingedrukt om de machine in te schakelen. Met een programma waarin alleen wordt gedroogd, toont de display de maximale lading niet en is de schatting ProSense uitgeschakeld. 2. Laad het wasgoed één voor één. 3. Draai de programmaknop naar het programma dat geschikt is voor het drogen van het wasgoed. 4. Tik tweemaal op de toets Modus om wassen uit te schakelen en alleen te drogen. Het Drogen-lampje brandt. De lampjes en verschijnen op de display. Bij het drogen van veel wasgoed moet u er voor goede droogprestaties voor zorgen dat het wasgoed niet is opgerold en dat het gelijkmatig in de trommel verdeeld is. 14.2 Drogen – automatische niveaus 1. Tik toets Droogtegraad herhaaldelijk aan tot het display de gewenste droogte weergeeft. De lampjes in het display branden als volgt : a. Strijkdroog : voor katoenen kleding ; b. Kastdroog : voor katoen en synthetische stoffen ; c. Extra droog : voor katoenen kleding. Het display geeft de duur van het droogprogramma weer. www.aeg.com 34

Pagina: 35

Voor een goede droging met verbruik van minder energie in een kortere tijd laat het apparaat u niet toe een lage centrifugeersnelheid in te stellen voor de te wassen en drogen items. 2. Raak toets Start / Pauze aan om het programma te starten. In het display gaat het indicatielampje voor vergrendelde deur aan en het indicatielampje van de lopende fase begint te knipperen. Op het display wordt ook de resterende programmatijd weergegeven. 14.3 Ingesteld tijddrogen 1. Tik herhaaldelijk op de knop Tijd om de gewenste tijd in te stellen ( zie de ” Drogen op tijd ” – tabel in het hoofdstuk ” Programma ´ s ” ). Het indicatielampje van het droogniveau gaat uit en de indicatie gaat aan. Telkens als u deze toets aantikt wordt de droogtijd met 5 minuten verlengd. Op de display verschijnt de nieuwe ingestelde tijdwaarde. 2. Raak Start / Pauze aan om het programma te starten. In het display gaat het indicatielampje voor vergrendelde deur aan en het indicatielampje van de lopende fase begint te knipperen. Op het display wordt ook de resterende programmatijd weergegeven. 14.4 Aan het einde van het programma • Het apparaat stopt automatisch. • De geluidssignalen weerklinken ( als ze actief zijn ). • In het display gaat het symbool aan. • Het lampje van toets Start / Pauze gaat uit. De deur vergrendeld gaat uit • Druk een paar seconden op de knop Aan / Uitom het apparaat uit te schakelen. Een paar minuten na afloop van het programma schakelt de energiebesparende functie het apparaat automatisch uit. 1. Haal het wasgoed uit het apparaat. 2. Zorg ervoor dat de trommel leeg is. Na de droogfase reinigt u de trommel, de pakking en de binnenkant van de deur met een natte doek. 15. PLUIS IN DE STOFFEN Tijdens de was – en / of droogfase geven bepaalde soorten stoffen ( spons, wol, sweaterstof ) pluisjes af. De vrijgekomen pluisjes kunnen tijdens de volgende cyclus aan de stoffen blijven kleven. Dit ongemak is nog groter bij technische stoffen. Om het pluisjes in uw wasgoed te voorkomen : • Was geen donkere stoffen na het wassen en drogen van lichtgekleurde stoffen ( handdoeken, wol en sweaterstof ) en vice versa. • Laat dit soort stoffen in de open lucht drogen wanneer ze voor het eerst zijn gewassen. • Reinig het afvoerfilter. • Na de droogfase reinigt u de lege trommel, de pakking en de deur met een natte doek. Ga als volgt te werk om pluisjes uit de trommel te verwijderen : • Maak de trommel leeg. • Reinig de trommel, de pakking en de deur met een natte doek. • Stel het spoelprogramma in. • Druk tegelijkertijd op de TPM en de Tijd besparen toets, totdat het display CLE weergeeft, om de reinigingsfunctie te activeren. • Raak de Druk op de toets Start / Pauze om het programma te starten. NEDERLANDS 35

Pagina: 36

Voer het CLE-programma regelmatig uit als het apparaat vaak wordt gebruikt. 16. AANWIJZINGEN EN TIPS WAARSCHUWING ! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 16.1 Voor u het wasgoed in de trommel doet • Verdeel het wasgoed in : wit, gekleurd, synthetisch, fijne was en wol. • Volg de wasinstructies die u op de waslabels van het wasgoed vindt. • Was witte en bonte artikelen niet samen. • Sommige bonte items kunnen verkleuren met de eerste wasbeurt. We raden je aan ze apart te wassen voor de eerste paar keren. • Draai meerlagige stoffen, wollen en kleding met opdrukken binnenstebuiten. • Behandel hardnekkige vlekken voor. • Was hardnekkige vlekken met een speciaal wasmiddel. • Wees voorzichtig met gordijnen. Verwijder de haken of stop de gordijnen in een waszak of kussensloop. • Een zeer kleine lading kan problemen veroorzaken bij de centrifugefase die leiden tot overmatige trillingen. Als dit voorkomt : a. onderbreek het programma en open de deur ( raadpleeg hoofdstuk ‘ Dagelijks gebruik ‘ ) ; b. herverdeel de lading met de hand zodat de items gelijkmatig over de trommel zijn verdeeld ; c. druk op de toets Start / Pauze. De centrifugeerfase gaat door. • Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes en drukknopen. Bind riemen, koorden, veters, linten en andere losse elementen vast. • Was geen wasgoed zonder zomen of met scheuren. Gebruik een waszakje om kleine items te wassen ( bijv. beugelbh’s, riemen, panty’s, veters, linten, etc. ). • Maak de zakken leeg en vouw de artikelen open. 16.2 Hardnekkige vlekken Voor sommige vlekken is water en wasmiddel niet voldoende. We raden u aan om deze vlekken te behandelen voordat u deze artikelen in de machine stopt. Er zijn speciale vlekkenverwijderaars verkrijgbaar. Gebruik een speciale vlekkenverwijderaar die geschikt is voor het type vlek en stof. Spuit geen vlekkenverwijderaar op kledingstukken in de buurt van het apparaat, omdat het corrosief is voor de plastic onderdelen. www.aeg.com 36

Pagina: 37

16.3 Type en hoeveelheid wasmiddel De keuze van het wasmiddel en het gebruik van de juiste hoeveelheden beïnvloedt niet alleen uw wasprestaties, maar helpt ook om verspilling te voorkomen en het milieu te beschermen : • Gebruik uitsluitend wasmiddelen en andere middelen die speciaal bedoeld zijn voor wasmachines. Volg eerst deze algemene regels : – waspoeder voor alle soorten weefsels, met uitzondering van fijne was. Kies bij voorkeur voor waspoeder met bleekmiddel voor witte was en hygiënisch wassen, – vloeibare wasmiddelen, voor wasprogramma’s op lage temperatuur ( max. 60 °C ) voor alle weefselsoorten of speciale middelen voor wollen artikelen. • De keuze en hoeveelheid wasmiddel zal afhangen van : type stof ( delicaat, wollen, katoen, enz. ), de kleur van de kleding, de grootte van de lading, de mate van vervuiling, wastemperatuur en hardheid van het gebruikte water. • Volg de aanwijzingen op de verpakking van het wasmiddel of de andere toevoegingen zonder het aangegeven maximumniveau ( ) te overschrijden. • Vermeng geen verschillende soorten wasmiddel met elkaar. • Gebruik minder wasmiddel als : – u een kleine lading wast, – het wasgoed licht vervuild is, – er grote hoeveelheden schuim zijn tijdens het wassen. • Bij het gebruik van wasmiddeltabletten of – pods, plaatst u ze altijd in de trommel, niet in het wasmiddeldoseerbakje. Onvoldoende wasmiddel kan leiden tot de volgende dingen : • onbevredigende wasresultaten, • het wasgoed dat grijs wordt, • vettige kleding, • schimmel in het apparaat. Overmatig wasmiddel kan leiden tot de volgende dingen : • schuimen, • verminderd waseffect, • ontoereikend spoelen, • een grotere impact op het milieu. 16.4 Milieutips Om water en energie te besparen en om het milieu te helpen beschermen, raden wij u aan de volgende tips ter harte te nemen : • Normaal vuile waskanzonder voorwas worden gewassen om wasmiddel, water en tijd te besparen ( ook het milieu wordt zo beschermd ! ) • Door het apparaat te laden tot de maximale capaciteit die voor elk programma is aangegeven, wordt het energie – en waterverbruik verminderd. • Met de juiste voorbehandeling kunnen vlekken en vuil worden verwijderd ; het wasgoed kan dan op een lagere temperatuur worden gewassen. • Om de juiste hoeveelheid wasmiddel te gebruiken, raadpleegt u de hoeveelheid voorgesteld door de producent van het wasmiddel en controleert u de waterhardheid van uw huishoudelijk systeem. Zie ” Waterhardheid “. • Stel de maximaal mogelijke centrifugeersnelheidin voor het geselecteerde programma om energie te besparen tijdens de droogfase ! 16.5 Waterhardheid Als de waterhardheid in uw gebied hoog of gemiddeld is, raden we u het gebruik van waterontharder voor wasautomaten aan. In gebieden waar de waterhardheid zacht is, is het gebruik van een waterontharder niet nodig. Neem contact op met het plaatselijke waterleidingbedrijf voor de waterhardheid in uw gebied. NEDERLANDS 37

Pagina: 38

Gebruik de juiste hoeveelheid van de waterontharder. Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van het product. 16.6 De droogfase voorbereiden • Draai de waterkraan open. • Controleer of de afvoerslang goed is aangesloten. Zie het hoofdstuk over de installatie voor meer informatie. • Raadpleeg voor informatie over de maximale wasgoedlading bij droogprogramma’s de droogprogrammatabel. 16.7 Items die niet geschikt zijn voor de droger Stel voor dit wasgoed geen droogprogramma in : • Synthetische gordijnen. • Kledingstukken met metalen invoegstukken. • Nylon kousen. • Dekbedden. • Bedspreien. • Dekbedovertrekken. • Anoraks. • Slaapzakken. • Stoffen met restjes haarspray, nagellakremover of iets dergelijks. • Kledingstukken met schuimrubber of met materialen die hierop lijken. 16.8 Wasvoorschriften in de kleding Bij het drogen van uw wasgoed moet u zich houden aan de voorschriften van de fabrikant : • = Het artikel is geschikt voor de droogtrommel • = Droogprogramma op hoge temperatuur • = Droogprogramma op lage temperatuur • = Het artikel is niet geschikt voor de droogtrommel. 16.9 Duur van het droogprogramma De droogtijd kan variëren afhankelijk van : • snelheid van de laatste keer centrifugeren • droogheidsniveau • soort wasgoed • het gewicht van het wasgoed 16.10 Extra drogen Als het wasgoed aan het einde van het droogprogramma nog steeds vochtig is, stelt u nogmaals een korte droogfase in. WAARSCHUWING ! Om kreuken en krimpen te voorkomen dient u het wasgoed niet te lang te drogen. 16.11 Algemene tips Raadpleeg de tabel ” Droogprogramma’s ” om de gemiddelde droogtijden op te zoeken. Het drogen van wasgoed zal beter gaan naarmate u het vaker doet. Houd bij hoe lang uw droogprogramma’s duren. Statische lading na het drogen voorkomen : 1. Gebruik wasverzachter tijdens de wasfase. 2. Gebruik speciale wasverzachter voor droogautomaten. Na afloop van het droogprogramma dient u het wasgoed meteen uit de trommel te halen. 17. ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING ! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. www.aeg.com 38

Pagina: 39

17.1 Schema periodieke reiniging Periodieke reiniging helpt de levensduur van uw apparaat te verlengen. Houd na elke cyclus de deur en de wasmiddeldispenser een beetje op een kier om luchtcirculatie te krijgen en de vochtigheid in het apparaat te drogen : dit voorkomt schimmels en geurtjes. Als het apparaat lange tijd niet wordt gebruikt : sluit de waterkraan en trek de stekker uit het stopcontact. Indicatief schema periodieke reiniging : Ontkalken Twee keer per jaar Onderhoudswas ‐ beurt Eenmaal ter maand Deurafdichting reini ‐ gen Iedere twee maan ‐ den Trommel reinigen Iedere twee maan ‐ den Pluis in de trommel verwijderen Twee keer per maand1 ) Wasmiddeldoseer ‐ bakje reinigen Iedere twee maan ‐ den De filter van de af ‐ voerpomp reinigen Twee keer per jaar De filter van de toe ‐ voerslang en de klepfilter reinigen Twee keer per jaar 1 ) raadpleegt u het hoofdstuk ‘ ‘ Pluis in de stoffen ‘ ‘. In de volgende paragrafen wordt uitgelegd hoe u elk onderdeel moet reinigen. 17.2 Vreemde voorwerpen verwijderen Zorg ervoor dat de zakken leeg zijn en dat alle losse elementen zijn vastgebonden voordat u uw cyclus uitvoert. Raadpleeg ‘ De waslading ‘ in ‘ Aanwijzingen en tips ‘. Verwijder alle vreemde voorwerpen ( zoals metalen clip, knoppen, munten, enz. ) die u kunt vinden in de deurafdichting, de filters en de trommel. Raadpleeg de paragrafen ‘ Deurafdichting met dubbele lip ‘, ‘ De trommel reinigen ‘, ‘ De afvoerpomp reinigen ‘ en ‘ De filter van de toevoerslang en de klepfilter reinigen ‘. Neem indien nodig contact op met een erkend servicecentrum. 17.3 Buitenkant reinigen Het apparaat alleen schoonmaken met milde zeep en warm water. Maak alle oppervlakken volledig droog. Gebruik geen schuursponsjes of krassend materiaal. LET OP ! Gebruik geen alcohol, oplosmiddelen of chemische producten. LET OP ! Reinig de metalen oppervlakken niet met een reinigingsmiddel op chloorbasis. 17.4 Ontkalken Als de waterhardheid in uw gebied hoog of gemiddeld is, raden we u het gebruik van waterontharder voor wasautomaten aan. Controleer de trommel regelmatig op kalkaanslag. De normale wasmiddelen bevatten al wateronthardende middelen, maar we raden aan af en toe een cyclus te draaien met een lege trommel en een ontkalkingsproduct. Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van het product. 17.5 Onderhoudswas Bij herhaaldelijke en voortdurend gebruik van programma ´ s bij lage temperaturen kunnen er wasmiddelresten en pluizen achterblijven en kan er bacteriëngroei in NEDERLANDS 39

Pagina: 40

de trommel en de kuip ontstaan. Dit kan slechte geurtjes en meeldauw veroorzaken. Draai om deze resten te verwijderen en de binnenkant van het apparaat hygiënisch te reinigen regelmatig een onderhoudswasbeurt ( minstens eenmaal per maand ) : 1. Haal al het wasgoed uit de trommel. 2. Draai een katoenprogramma op de hoogste temperatuur met een geringe hoeveelheid waspoeder. 17.6 Deurrubber Dit apparaat is ontworpen met een zelfreinigend afvoersysteem, waardoor lichte pluisvezels die van de kleding vallen met het water kunnen worden afgevoerd. Controleer regelmatig de afdichting. Munten, knoppen en andere kleine voorwerpen kunnen aan het einde van de cyclus worden teruggevonden. Maak schoon indien nodig met een ammoniakmiddel zonder het oppervlak van de afdichting te bekrassen. Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van het product. 17.7 De trommel reinigen Controleer de trommel regelmatig om roestvorming te voorkomen. Voor een complete reiniging : 1. Reinig de trommel met speciale producten voor roestvrij staal. Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van het product. 2. Draai een kort katoenprogramma op een hoge temperatuur met een lege trommel en een kleine hoeveelheid waspoeder om achtergebleven resten weg te spoelen. 17.8 Het wasmiddeldoseerbakje reinigen Om mogelijke afzetting van opgedroogd wasmiddel of geklonterde wasverzachter en / of schimmelvorming in de wasmiddellade te voorkomen dient u af en toe de volgende reinigingsprocedure uit te voeren : 1. Open de lade. Duw de pal zoals aangegeven in de afbeelding naar beneden en trek de lade uit. 1 2 2. Verwijder het bovenste gedeelte van het vak voor toevoegingen om het reinigen te vereenvoudigen en spoel het af onder de kraan met warm water om resten van opgehoopt wasmiddel te verwijderen. Plaats het bovenste gedeelte na reiniging terug op zijn plek. 3. Zorg ervoor dat alle wasmiddelresten van de boven – en onderkant van de uitsparing zijn verwijderd. Reinig de uitsparing met gebruik van een kleine borstel. www.aeg.com 40

Pagina: 41

4. Steek de wasmiddellade in de geleiderail en sluit hem. Draai het spoelprogramma zonder wasgoed in de trommel te plaatsen. 17.9 Afvoerpomp reinigen WAARSCHUWING ! Haal de netstekker uit het stopcontact. Controleer het filter van de afvoerpomp regelmatig en houd het schoon. Reinig de afvoerpomp wanneer : • Het water wordt niet afgepompt uit de machine. • De trommel niet ronddraait. • De machine maakt abnormale geluiden wegens blokkering van de afvoerpomp. • Het display toont de alarmcode. WAARSCHUWING ! • Verwijder het filter niet als de machine in werking is. • Reinig de pomp niet zolang het water in de machine heet is. Wacht tot het water is afgekoeld Voor reiniging van de pomp gaat u als volgt te werk : 1. Open het pompdeksel. 1 2 2. Plaats een geschikte bak onder de afvoerpompopening om het afgepompte water op te vangen. 3. Open de afvoerklep naar beneden. Houd altijd een oude doek bij de hand om het eventueel gemorste water te kunnen opvegen als u het filter verwijdert. 4. Draai het filter 180 graden naar link om het te openen, zonder verwijdering. Laat het water wegstromen. NEDERLANDS 41

Pagina: 42

5. Als de bak vol is met water, draait u het filter terug en leegt u de bak. 6. Herhaal stappen 4 en 5 totdat er geen water meer uitloopt. 7. Draai het filter naar link om het te verwijderen. 1 2 8. Verwijder indien noodzakelijk pluizen en andere voorwerpen uit de filterholte. 9. Verzeker u ervan dat de pompwaaier onbelemmerd kan ronddraaien. Als hij niet roteert : neem contact op met een erkend servicecentrum. 10. Reinig het filter onder de waterkraan. 11. Zet het filter terug in de speciaal geleidingen door hem met de klok mee te draaien. Zorg ervoor dat u het filter goed vastdraait om lekkage te voorkomen. 2 1 12. Sluit het pompdeksel. 2 1 Als u het water afpompt met gebruikmaking van de noodafpompprocedure, moet u het aftapsysteem opnieuw activeren : a. Giet 2 liter water in het wasvak van de wasmiddellade. b. Start het programma om het water af te pompen. www.aeg.com 42

Pagina: 43

17.10 Het filter van de toevoerslang en het klepfilter reinigen Het wordt aanbevolen beide filters van de toevoerslang en – klep geregeld te reinigen ter verwijdering van aanslag dat met de tijd opgehoopt : 1. Verwijder de toevoerslang van de kraan en reinig het filter. 1 2 3 2. Verwijder de toevoerslang van het apparaat door de ringmoer los te draaien. 3. Reinig het klepfilter aan de achterzijde van het apparaat met een tandenborstel. 4. Draai de slang bij het weer aansluiten op het apparaat naar link of rechts ( niet in verticale positie ) afhankelijk van de positie van uw waterkraan. 45 ° 20 ° 17.11 Noodafvoer Als het apparaat het water niet kan wegpompen, voert u dezelfde procedure uit zoals beschreven in de paragraaf ‘ Reinigen van de afvoerpomp ‘. Maak de pomp zo nodig schoon. Als u het water met de noodafvoerprocedure afvoert, dient u het afvoersysteem opnieuw te activeren : 1. Giet 2 liter water in het vakje voor het hoofdwasmiddel van de wasmiddeldoseerbakje. 2. Start het programma om het water weg te pompen. 17.12 Voorzorgsmaatregelen bij vorst Als het apparaat is geïnstalleerd op een plek waar de temperatuur 0 °C of daaronder kan bereiken, dan dient u het resterende water uit de afvoerslang en de afvoerpomp te verwijderen. 1. Trek de stekker uit het stopcontact. 2. Draai de waterkraan dicht. 3. Plaats de twee uiteinden van de toevoerslang in een bak en laat het water uit de slang stromen. 4. Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de noodafvoerprocedure. 5. Als de afvoerpomp leeg is, installeert u de toevoerslang opnieuw. NEDERLANDS 43

Pagina: 44

WAARSCHUWING ! Zorg ervoor dat de temperatuur hoger is dan 0 °C voordat u het apparaat opnieuw gebruikt. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die door lage temperaturen is veroorzaakt. 18. PROBLEEMOPLOSSING WAARSCHUWING ! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 18.1 Alarmcodes en mogelijke storingen Het apparaat start of stopt niet tijdens de werking. Probeer eerst het probleem zelf op te lossen ( zie tabellen ). WAARSCHUWING ! Voordat u een handeling verricht, de stekker uit het stopcontact trekken. Bij enkele problemen geeft het display een alarmcode weer en kan de Start / Pauze – knop continu knipperen : Als de machine te vol geladen is, moet u een aantal items uit de trommel verwijderen en / of tegen de deur duwen en tegelijkertijd op de toets Start / Pauze drukken totdat het controlelampje stopt met knipperen ( zie de onderstaande afbeelding ). Probleem Mogelijke oplossing www.aeg.com 44

Pagina: 45

Het apparaat wordt niet goed gevuld met water. • Zorg ervoor dat de waterkraan geopend is. • Ga na of de druk van de watervoorziening niet te laag is. Neem voor deze informatie contactpersoon op met uw plaat ‐ selijke waterleidingsbedrijf. • Verzeker u ervan dat de waterkraan niet verstopt is. • Controleer of er geen knikken of bochten in de watertoevoers ‐ lang aanwezig zijn. • Zorg dat de positie van de watertoevoerslang correct is. • Zorg dat de filter van de toevoerslang en de filter van de klep niet verstopt zijn. Zie het hoofdstuk ” Onderhoud en reiniging “. Het apparaat pompt geen water weg. • Verzeker u ervan dat de gootsteenafvoer niet verstopt is. • Verzeker u ervan dat de aftapslang geen knikken of bochten heeft. • Controleer of de afvoerfilter niet verstopt is. Reinig indien no ‐ dig de filter. Zie het hoofdstuk ” Onderhoud en reiniging “. • Zorg dat de aansluiting van de waterafvoerslang correct is. • Stel het afvoerprogramma in als u een optie heeft gekozen waarbij water in de kuip blijft. De deur is open of niet goed gesloten. • Controleer of de deur goed gesloten is. Interne fout. Geen communicatie tussen elektronische elemen ‐ ten van de machine. • Het programma werd niet juist voltooid of het apparaat is te vroeg gestopt. Schakel het apparaat uit en weer aan. • Als de alarmcode weer verschijnt, neem dan contact op met een erkend servicecentrum. De stroomtoevoer is niet stabiel. • Wacht tot de stroomtoevoer stabiel is. Het beschermingssys ‐ teem tegen waterlek ‐ kage is aan. • Koppel het apparaat los en draai de waterkraan dicht. Neem contact op met een erkend servicecentrum. Als het display andere alarmcodes aangeeft, schakel het apparaat dat uit en weer in. Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op met de Servicedienst. Raadpleeg onderstaande tabel voor mogelijke oplossingen in geval van een ander probleem met de wasmachine. NEDERLANDS 45

Pagina: 46

Probleem Mogelijke oplossing Het programma start niet. • Controleer of de netstekker is aangesloten op het stopcontact. • Controleer of de deur van het apparaat gesloten is. • Zorg dat er geen zekering in de zekeringenkast is doorge ‐ brand. • Verzeker u ervan dat Start / Pauze bediend is. • Als de uitgestelde start is ingesteld, annuleert u deze functie of wacht u tot de afloop van de afteltijd. • Schakel het kinderslot uit. • Controleer de stand van de knop op het gekozen programma. De machine vult zich met water en pompt dit direct weg. • Zorg dat de afvoerslang zich op de juiste hoogte bevindt. De slang kan te laag hangen. Raadpleeg ‘ Montage-instructies ‘. De centrifugeerfase werkt niet of de wasfa ‐ se duurt langer dan normaal. • Controleer of de afvoerfilter niet verstopt is. Reinig indien no ‐ dig de filter. Zie het hoofdstuk ” Onderhoud en reiniging “. • Verdeel het wasgoed handmatig in de trommel en start de centrifugeerfase opnieuw. Dit probleem wordt mogelijk veroor ‐ zaakt door problemen met de balans. Er ligt water op de vloer. • Zorg dat de aansluitingen van de waterslangen goed vast zit ‐ ten en dat er geen lekken zijn. • Zorg ervoor dat de watertoevoer – en afvoerslangen niet be ‐ schadigd zijn. • Zorg dat u het juiste wasmiddel en de juiste hoeveelheid ge ‐ bruikt. U kunt de deur van het apparaat niet openen. • Zorg ervoor dat er geen wasprogramma is gekozen dat eindigt met water in de trommel. • Zorg dat het wasprogramma voltooid is. • Verzeker u ervan dat er elektrische stroom op de machine staat. • Dit probleem kan veroorzaakt worden door een storing van het apparaat. Neem contact op met een erkend servicecen ‐ trum. Als u de deur moet openen, lees dan zorgvuldig “ Nooddeuro ‐ pening ”. De machine maakt ab ‐ normale geluiden en trilt. • Zorg dat het apparaat waterpas staat. Raadpleeg ‘ Montage-in ‐ structies ‘. • Zorg dat de verpakking en / of de transportbouten verwijderd zijn. Raadpleeg ‘ Montage-instructies ‘. • Voeg meer wasgoed aan de trommel toe. De lading is te klein. De programmaduur neemt toe of neemt af tijdens het draaien van het programma. • Het ProSense System kan de duur van het programma aan ‐ passen aan het type en de hoeveelheid wasgoed. Zie ‘ Bela ‐ dingsdetectie ProSense System ‘ onder het hoofdstuk ‘ Dage ‐ lijks gebruik ‘. www.aeg.com 46

Pagina: 47

Probleem Mogelijke oplossing
Het wasresultaat is
niet bevredigend.
• Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander middel.
• U hebt de hardnekkige vlekken niet voor het wassen uit het
wasgoed gehaald.
• Zorg dat u de juiste temperatuur instelt.
• Verminder de hoeveelheid wasgoed.
Te veel schuim in de
trommel tijdens de
wascyclus.
• Verminder de hoeveelheid wasmiddel.
Na de wascyclus is er
wat wasmiddel achter‐
gebleven in de was‐
middellade.
• Ga na of de klep zich in de juiste positie bevindt (OMHOOG
voor waspoeder – OMLAAG voor vloeibaar wasmiddel).
• Verzeker u ervan dat u het wasmiddelvakje heeft gebruikt vol‐
gens de instructie in deze gebruiksaanwijzing.
Het apparaat droogt
niet of droogt niet
goed.
• Draai de waterkraan open.
• Controleer of de afvoerfilter niet verstopt is.
• Haal wat wasgoed uit de trommel.
• Zorg ervoor dat u de juiste cyclus ingesteld hebt. Indien nodig,
stel een kortere droogtijd in.
Het wasgoed zit vol
met pluisjes van ver‐
schillende kleuren.
De stof gewassen in de vorige cyclus heeft pluisjes met een an‐
dere kleur afgegeven:
• De droogfase helpt een deel van deze pluisjes te verwijderen.
• Reinig de kleding met een pluisjesverwijderaar.
Laat bij veel pluizen in de trommel het speciale reinigingspro‐
gramma lopen (zie “Pluisjes op kleding” voor meer details).
Schakel na de controle de machine in. Het programma wordt
voortgezet vanaf het punt van onderbreking.
Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op met het
geautoriseerd servicecentrum.
De contactgegevens van het servicecentrum staan op het
typeplaatje.
18.2 Nooddeuropening
In het geval van een stroomstoring of
apparaatstoring blijft de deur van het
apparaat vergrendeld. Het
wasprogramma gaat verder als er weer
stroom is. Als de deur door een storing
vergrendeld blijft, is het mogelijk om de
deur te openen met een
noodontgrendeling.
Voor het openen van de deur:
LET OP!
Gevaar voor
brandwonden! Zorg ervoor
dat de watertemperatuur
niet te hoog is en dat het
wasgoed niet heet is.
Wacht indien nodig tot de
watertemperatuur en het
wasgoed zijn afgekoeld.
LET OP!
Gevaar voor letsel! Zorg
ervoor dat de trommel niet
draait. Wacht indien nodig
tot de trommel stopt met
draaien.
NEDERLANDS 47

Pagina: 48

Zorg ervoor dat het waterpeil in de trommel niet te hoog is. Voer indien nodig een noodafvoerprocedure uit ( zie ” Water afvoeren in een noodgeval ” in het hoofdstuk ” Onderhoud en reiniging ” ). Ga als volgt te werk om de deur te openen : 1. Druk op de knop Aan / Uit om het apparaat uit te schakelen. 2. Haal de netstekker uit het stopcontact. 3. Open de klep van de filter. 4. Trek de noodvergrendelingstrekker eenmaal naar beneden. Trek die nogmaals naar beneden, houd hem gespannen en open in de tussentijd de deur van het apparaat. 5. Haal het wasgoed uit de trommel en sluit de deur van het apparaat. 6. Sluit het klepje. 19. VERBRUIKSWAARDEN 19.1 Inleiding Deze gebruikershandleiding rapporteert twee verschillende tabellen om een geleidelijke overgang van een verordening naar de andere te bevorderen : • Verordening 96/60 / EC, geldig tot 28 februari 2021, heeft betrekking op een energielabel met de energie-efficiëntieklassen van A tot G voor was – en droogcycli. • Verordening EU 2019 / 2023, geldig vanaf 1 maart 2021, heeft betrekking op een energielabel dat de energie-efficiëntieklassen rapporteert, als dubbele schaal van A tot G, voor de volledige was – en droogcyclus en alleen voor de wascyclus, zoals vastgesteld in Verordening EU 2019 / năm trước. Zie de link www.theenergylabel.eu voor gedetailleerde informatie over het energielabel. www.aeg.com 48

Pagina: 49

De QR-code op het energielabel dat bij het apparaat wordt geleverd, biedt een weblink naar de informatie gerelateerd aan de prestaties van het apparaat in de EU-EPREL-database. Bewaar het energielabel ter referentie samen met de gebruikershandleiding en alle andere documenten die bij dit apparaat worden geleverd. Het is ook mogelijk om dezelfde informatie in EPREL te vinden via de link https : / / eprel.ec.europa.eu en de modelnaam en het productnummer die u vindt op het typeplaatje van het apparaat. Raadpleeg het hoofdstuk ‘ Productbeschrijving ‘ voor de positie van het typeplaatje. 19.2 Legenda kg Wasgoed. u : mm Programmaduur. kWh Energieverbruik. °C Temperatuur in de was. Liter Waterverbruik. rpm Centrifugeersnelheid. % Resterend vocht aan het einde van de cyclus. Hoe hoger de centrifugeersnel ‐ heid, hoe hoger het geluid en hoe lager het resterende vocht aan het einde van de wascyclus. Waarden en programmaduur kunnen verschillen afhankelijk van verschillende omstandigheden ( bijv. kamertemperatuur, watertemperatuur en – druk, ladinggrootte en type wasgoed, voedingsspanning ) en ook als u de standaardinstelling van een programma wijzigt. 19.3 Volgens Verordening ( EU ) 2019 / 2023 van de Commissie Alleen wassen Eco 40-60 pro ‐ gramma kg kWh Liter u : mm % °C rpm1 ) Volledige belading 8 0.940 60 3 : 30 50 44 1551 Halve belading 4 0.605 45 2 : 45 50 39 1551 Kwartbelading 2 0.300 35 2 : 45 54 26 1551 1 ) Maximale centrifugesnelheid. NEDERLANDS 49

Pagina: 50

Was – en droogcyclus Eco 40-60 pro ‐ gramma en kast ‐ droogniveau kg kWh Liter u : mm % °C rpm1 ) Volledige belading 4 3.100 63 6 : 15 0 38 1551 Halve belading 2 1.600 43 4 : 50 0 31 1551 1 ) Maximale centrifugesnelheid. 19.4 Overeenkomstig Richtlijn 96/60 / EG Katoen Eco-programma Lading ( kg ) Energiever ‐ bruik ( kWh ) Waterver ‐ bruik ( liter ) Gemiddelde program ‐ maduur ( minuten ) Eco 40-60 bij 60 °C 8 0.90 54 278 19.5 Veelvoorkomende programma’s – Alleen wassen Deze waarden zijn slechts indicatief. Programma kg kWh Liter u : mm % °C rpm1 ) Katoen2 ) 95 °C 8 3,75 90 4 : 00 44 85 1600 Katoen 60 °C 8 1.75 85 3 : 20 44 55 1600 Katoen Eco3 ) 20 °C 8 0.35 85 3 : 05 44 20 1600 Synthetica 40 °C 3 0.70 50 2 : 10 35 40 1200 Fijne was4 ) 30 °C 2 0.40 60 1 : 00 35 30 1200 www.aeg.com 50

Source: https://dvn.com.vn
Category: AEG

Alternate Text Gọi ngay